-
1 chaff
n. kaf, haksel; waardeloos spul; scherts, plagerij; (in vliegtuigen - metalen banden losgelaten om waarschuwingssignalen van wapentuig door radar bestuurd te verstoren)--------v. plagenchaff1[ tsja:f] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 haksel3 namaak ⇒ nep, prullaria————————chaff21 schertsen ⇒ gekscheren, gekheid makenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 plagen♦voorbeelden:1 chaff hay/straw • hooi/stro fijnhakken
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский